Merendeel van ziekenhuizen en klinieken is klaar om gegevens aan patiënten beschikbaar te stellen via Persoonlijke Gezondheidsomgeving
6 oktober 2022 - Na de huisartsen en ggz-instellingen is 70% van de ziekenhuizen, categorale instellingen en klinieken nu ook klaar om gegevens aan patiënten beschikbaar te stellen via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO)*. Deze instellingen zijn voor patiënten vindbaar vanuit PGO’s. Hiermee is een belangrijke eerste deadline behaald van VIPP 5, het implementatieprogramma om de uitwisseling van medische gegevens tussen instellingen en patiënten te versnellen.
Eén persoonlijke omgeving voor alle medische gegevens
Een PGO biedt een dossier waarin alle zorgverleners, uiteenlopend van ziekenhuizen en zelfstandige klinieken tot huisartsen en apotheken, medische gegevens met patiënten kunnen uitwisselen. Voor patiënten ontstaat hiermee één omgeving waar zij hun gezondheidsgegevens van verschillende zorgverleners kunnen verzamelen. In het onlangs afgesloten Integraal Zorg Akkoord is opgenomen dat alle inwoners van Nederland in 2025 digitaal toegang moeten hebben tot hun eigen zorggegevens via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving.
70% van de VIPP 5 instellingen stelt medische gegevens beschikbaar
Afgelopen vrijdag 30 september was de eerste deadline voor VIPP 5. Deze eerste stap is het technisch gereed maken van de informatiesystemen om medische gegevens beschikbaar te stellen via een PGO. Instellingen zijn hier actief mee aan de slag gegaan. Inmiddels heeft 70% van de deelnemende instellingen een positieve audit behaald. Instellingen kunnen tot dertien weken na de deadline een audit laten afnemen.
De volgende stap is patiënten te stimuleren om een PGO te gaan gebruiken. Uiterlijk 30 juni 2023 dienen zorginstellingen aan te kunnen tonen dat in een periode van 30 dagen minimaal 5% van hun patiënten gegevens heeft opgehaald via een PGO.
Scholing van medewerkers en patiënten van belang
Het gebruik van een PGO vraagt om zowel scholing van medewerkers als patiënten, merken de zorginstellingen die actief met VIPP 5 aan de slag zijn. Dialysecentrum Ravenstein, heeft de audit behaald. Meer dan 5% van hun patiënten maakt inmiddels ook gebruik van een PGO. “Om patiënten kennis te laten maken met een PGO, hebben we de patiënten hierin persoonlijk begeleid. Afhankelijk van de behoefte van de patiënt. De ene patiënt vond het fijn om dit persoonlijk in de kliniek te doen, de ander op afstand bijvoorbeeld telefonisch”, vertelt Daan Hollander, directeur van het dialysecentrum. “Er zit veel verschil in de digitale vaardigheid van de patiënten. Het vergt toch wel enige vaardigheid om een PGO te kunnen gebruiken”.
Govert Tukker is projectleider bij het LangeLand Ziekenhuis. Het LangeLand heeft de audit behaald en is nu op weg naar 5% PGO-gebruik. “We zijn vorig jaar al gestart met het informeren en scholen van onze medewerkers. Om patiënten te informeren hebben we onlangs in de centrale hal van het ziekenhuis een digitaal loket geopend. Hier kunnen patiënten vijf dagen per week worden geholpen met het gebruiken van de digitale middelen die ons ziekenhuis inzet, zoals het patiëntenportaal van het LangeLand Ziekenhuis en PGO’s. De afgelopen weken zien we het PGO-gebruik toenemen. We blijven ons inzetten om de 5% gebruikseis snel te halen."
*Dit betreft 70% van de 198 instellingen die deelnemen aan VIPP 5.
--------------------------------------------------------------------------------------------------
OVER VIPP 5
VIPP is het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional. Het programma VIPP 5 focust op de gestandaardiseerde uitwisseling van medische gegevens met de patiënt via een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) en tussen instellingen onderling. Om deze ambitie kracht bij te zetten, werken de brancheverenigingen NFU, NVZ en ZKN binnen het programma VIPP 5 samen om medisch-specialistische zorginstellingen te ondersteunen bij de implementatie van de doelstellingen. Een unieke, zorg brede samenwerking.
Vragen over dit artikel?
Stel uw vraag of opmerking in de reacties hieronder. Of neem contact op met de auteur, Arjanne Mulder.