Interview met Monique van DC Klinieken over het verbeteren van patiëntveiligheid
Onlangs heeft Nivel de patiëntveiligheid in zelfstandige behandelcentra in kaart gebracht. Monique Verstappen is coördinator bij DC Klinieken Lairesse. Vanuit haar rol is zij verantwoordelijk voor het verder verbeteren van patiëntveiligheid in deze kliniek.
Door: Anita Lenarduzzi
Monique heeft een brede achtergrond in de zorg en startte ooit in een verpleeghuis. Ze ontwikkelde zich verder tot verpleegkundige, specialiseerde zich op het gebied van borstkankerzorg, urologie, teamleiderschap, medium care en endoscopie en belandde uiteindelijk in een managementfunctie bij DC Klinieken locatie Lairesse. Dit combineert ze, indien nodig, met werken als verpleegkundige op de endoscopieafdeling van de kliniek.
Recent onderzoek van het Nivel naar de patiëntveiligheid in zelfstandige behandelcentra geeft aan dit van hoog niveau is. Hoe verklaar je dit resultaat?
Monique: “Ik ben natuurlijk gunstig gestemd maar niet verrast. Logisch dat patiëntveiligheid van hoog niveau is binnen de klinieken, want er zijn aan de voorkant in ons proces al diverse risico verlagende factoren ingeregeld. Ten eerste classificeren we en worden alleen ASA 1 en 2 patiënten gezien, zodat we patiënten met een potentieel risico kunnen uitsluiten. Verder richten we ons niet persé op ouderen voor een bepaalde specialistengroep, dus ook hier lopen we al minder risico. En dan is er nog de toetsing door diverse instanties, zoals IGJ en het Bevolkingsonderzoek Darmkanker, die ervoor zorgen dat we continu onze processen evalueren en waar nodig verbeteren.”
Toch waren er volgens het onderzoek patiënten die aanvullende zorg nodig hadden.
“Voor ons geldt dat wij een diagnostisch centrum zijn. We diagnosticeren maar we verwijzen door wanneer er vervolgbehandeling nodig is”, legt Monique uit. “We doen bijvoorbeeld bij het specialisme Maag- en Darmonderzoeken wel behandelingen tijdens een coloscopie, zoals een poliepectomie. Als er een vervolgbehandeling nodig is die wij niet kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld het verwijderen van een grote poliep of een oncologisch traject, dan moeten we de patiënt doorverwijzen omdat wij geen vervolgafdelingen hebben. De patiënt weet dit want dit wordt bij de intake uitgelegd. We doen dit altijd in samenspraak met de patiënt.”
Hoe wordt er aandacht aan patientveiligheid in jouw kliniek gegeven?
“Wat fijn is, is dat we een landelijke keten van zelfstandige behandelcentra zijn”, zegt Monique. “Per specialisme zijn er zogenaamde focusmanagers aangesteld. Die ‘helikopteren’ over de verschillende klinieken zodat informatie uitgewisseld kan worden. Dit wordt vervolgens meegenomen in bijvoorbeeld een Kwaliteitsoverleg. Daar zitten collega’s uit het zorgproces van ieder specialisme bij, zoals doktersassistenten en verpleegkundigen. Daarnaast worden we gescreend door Bevolkingsonderzoek Darmkanker aan de hand van een audit. Ook onze eigen brancheorganisatie ZKN auditeert. En zelf doen we ook nog verschillende interne audits, onder andere op het gebied van hygiëne. Dat doen we DC-breed. Alle uitkomsten worden in ons eigen kwaliteitsmanagementsysteem gezet en vervolgens via plan-do-check-act opgevolgd.”
Foto: Monique Verstappen, DC klinieken Lairesse
Dit gaat vooral over procedures, maar hoe zit het met de cultuur op het gebied van patiëntveiligheid? Hoe zorgen jullie ervoor dat de zorg voor patiëntveiligheid in de haarvaten van alle medewerkers komt te zitten?
Monique: “We hebben vier kernwaarden en één daarvan is ‘aandacht’. Aandacht vanuit het managementteam voor de medewerker en aandacht die de zorgmedewerker geeft aan de patiënt. Op dit punt zijn we zeer gedreven en we doen ook echt moeite om beide goed in balans te houden. Uiteindelijk komt dit de patiënt ten goede. We hebben een goede sfeer en open communicatielijnen. Dit maakt het gemakkelijker om fouten te melden, feedback te kunnen geven en te ontvangen en hiervan te leren. Zo kunnen we veilige zorg blijven bieden.
Verder houden we er bij het aannemen van nieuwe medewerkers rekening mee dat binnen een kliniek andere verantwoordelijkheden gelden dan bijvoorbeeld in een ziekenhuis. Mensen moeten wel bereid zijn om dat te ontwikkelen. Monique noemt als voorbeeld de verantwoordelijkheid die een medewerker heeft bij de intakeprocedure. “Na het doornemen van het digitale dossier en het interview met de patiënt, kan het gebeuren dat een patiënt toch niet wordt aangenomen omdat de zorgmedewerker het risico te groot acht. Gelukkig zijn er korte lijnen en is iedereen makkelijk benaderbaar. De arts is dichtbij dus als er twijfel is, is er direct overleg mogelijk”, aldus Monique.
Wat staat er binnen jullie kliniek nu echt hoog op de prioriteitenlijst als het gaat om patiëntveiligheid?
Als het aan Monique ligt, staan toetsing op patiënttevredenheid en zorg op maat bovenaan de lijst. Het menselijke aspect ligt haar na aan het hart. “Ik denk dat we flexibel om kunnen gaan met vaste tijden bij de intake, wanneer dit in het belang is van een patiënt. Dit geldt ook voor de tijd in de behandelkamer. Natuurlijk hebben we een financieel belang, maar het is fijn als ook de menselijke kant meetelt.” Ook het nabellen van patiënten die sedatie hebben gehad, mag van haar de regel blijven, ook als dit protocollair niet meer nodig zou zijn. Ze vindt dit niet alleen passen bij goede zorg, maar het biedt meteen de mogelijkheid om feedback te vragen.
Waar zijn jullie trots op en waar willen jullie nog in groeien met betrekking tot patiëntveiligheid?
“We zijn helder en transparant en daar heeft de patiënt ook recht op. Die is zelf ook mondig. Heldere communicatie kan veel onrust wegnemen en het zorgt ervoor dat de patiënt weet wat de verwachtingen zijn”.
En er is nog iets waar ze trots op is. Monique: “we maken het veilig voor iedereen, dus ook voor expats of voor bijvoorbeeld een vluchteling uit Oekraïne. Door tolken beschikbaar te stellen, kunnen we goede informatie-uitwisseling bieden. Dat hebben we goed geregeld, zowel in acute als planbare situaties.”
Op de vraag wat beter zou kunnen, moet Monique iets langer nadenken. “Het kan natuurlijk altijd beter. Ik vraag me weleens af of een patiënt in een kliniek altijd op het goede adres is, alleen maar omdat hij daar snel terecht kan. Aan een coloscopie bijvoorbeeld, zitten echt risico’s ook al is er vooraf goed gescreend. Mogelijk is dit iets waar we de aanvrager nog beter in kunnen ondersteunen.”
Hoe kan Tijd voor Verbinding toegevoegde waarde bieden om nog meer aandacht aan patiëntveiligheid te kunnen geven binnen de klinieken?
De bottom-up aanpak is goed, vindt Monique. Tijd voor Verbinding kan helpen om de urgentie te verhogen. Ook kan Tijd voor Verbinding bijdragen bij de cultuurverandering om nog meer kennis te delen.
Tijd voor Verbinding kan volgens Monique ook goed aansluiten op bestaande initiatieven. “We hebben altijd een Kwaliteitsdag. Het zou heel mooi zijn als TvV hier een bijdrage aan zou kunnen leveren. Ik word heel blij van Safety-II. Wat zou het mooi zijn om op die dag daar aandacht aan te besteden. Dan hebben we meteen de mensen aan boord die de juiste kennis kunnen overbrengen.”
Meer weten wat Tijd voor Verbinding voor zelfstandige klinieken kan betekenen om de volgende stap te zetten in patientveiligheid, neem contact op met Stephanie Scholte.
Dit interview maakt onderdeel uit van een reeks waarin de mogelijkheden voor het verder verbeteren van patiëntveiligheid en vermijdbare schade in klinieken, worden besproken door de ogen van een bestuurder, arts, manager kwaliteit & veiligheid en verpleegkundige van een kliniek.
Klinieken leveren steeds meer verzekerde medisch specialistische zorg. Naar aanleiding van deze toename in geleverde zorg door klinieken heeft het Nivel onlangs, in opdracht van het ministerie van VWS, de patiëntveiligheid in klinieken in kaart gebracht.
Het programma Tijd voor Verbinding heeft als doel de patiëntveiligheid in de medisch specialistische zorg in de ziekenhuizen en de zelfstandige klinieken verder verbeteren. De netwerkorganisatie doet dit door een bottom-up beweging op gang te brengen van en tussen zorgprofessionals, instellingen voor medisch specialistische zorg en patiënten om de zorg gerelateerde schade verder terug te dringen. Het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) heeft daarvoor financiële middelen beschikbaar gesteld.
Vragen over dit artikel?
Stel uw vraag of opmerking in de reacties hieronder. Of neem contact op met de auteur, Martine de Jong.